Nederlands 2F 2013


i..
  Mobiel schade melden - intro Materiaal
 
Mobiel schademelden

Je ziet een filmpje waarin Henk in zijn auto tegen de auto van Vera botst. In het filmpje wordt uitgelegd hoe je de schade kunt melden.
Het fragment duurt ongeveer 2.30 minuten.

Bij dit fragment horen 8 vragen.

Videofragment afspelen

 




22.
  Mobiel schade melden vraag 1 Keuze
 
Videofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 2 vragen.

Het filmpje begint met een aanrijding. 

Wat wordt hier bedoeld met: "Een aanrijding zit in een klein hoekje"? 

A Bij de aanrijding is een hoek van het voertuig beschadigd. 
B De aanrijding is gebeurd op een hoek van de weg. 
C Een aanrijding kan altijd onverwacht gebeuren. 



23.
  Mobiel schade melden vraag 2 Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Henk is met zijn auto tegen die van Vera aangereden. 

Wat hebben Henk en Vera nodig om de aanrijding snel af te handelen? 

A Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon met internet nodig. 
B Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon nodig, waarvan één met internet. 
C Henk en Vera hebben alleen een schadeformulier nodig. 
D Henk en Vera hebben een schadeformulier en een mobiele telefoon nodig. 



24.
  Mobiel schade melden vraag 3 Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij de website uit het filmpje kun je de schade melden die bij een aanrijding is ontstaan. 

Van wie is de website waarbij je de schade kunt melden? 

A van alle verzekeraars bij elkaar 
B van een bepaalde verzekeraar 
C van enkele verzekeraars 



25.
  Mobiel schade melden vraag 4 Keuze
 
Videofragment afspelen

 

Henk en Vera willen gezamenlijk met hun mobiele telefoon de autoschade melden. Hiervoor moeten ze een aantal stappen doorlopen. 
Zij maken eerst een foto van de situatie, voeren in dat er geen gewonden zijn en voeren de soort schade in. 

In welke volgorde moeten Henk en Vera de andere gegevens in de mobiele telefoon invoeren? 

A eigen kenteken en naam - kenteken en naam van de tegenpartij - telefoonnummer tegenpartij 
B eigen kenteken en naam - telefoonnummer tegenpartij - kenteken en naam van de tegenpartij 
C kenteken en naam van de tegenpartij - eigen kenteken en naam - telefoonnummer tegenpartij 



26.
  Mobiel schade melden vraag 5 Keuze
 
Videofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 4 vragen.

Wanneer de gegevens verstuurd zijn, krijg je via de mobiele telefoon een bericht terug met een aantal gegevens. 

Welke gegevens komen automatisch in beeld nadat beide partijen de antwoorden hebben ingevoerd? 
Klik drie goede antwoorden aan. 

A de locatie van de aanrijding 
B de namen van de verzekeraars 
C het kenteken van beide voertuigen 
D het telefoonnummer van beide partijen 
E het tijdstip van de aanrijding 



27.
  Mobiel schade melden vraag 6 Keuze
 
Videofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 4 vragen.

Vera ontvangt als tegenpartij heel snel na het invoeren van de gegevens een sms'je. 

Wat staat er in dat sms'je? 

A een digitale handtekening 
B een link naar de online aangifte 
C een samenvatting van de schademelding 



28.
  Mobiel schade melden vraag 7 Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment horen 4 vragen.

Vera ontvangt na de gezamenlijke invoer een cijfercode. 

Waarom moet Henk deze cijfercode invoeren? 

A Hiermee is bekend onder welk nummer de schade bekend is bij de verzekeraar. 
B Hiermee kan hij inloggen bij zijn verzekeringsmaatschappij. 
C Hiermee ondertekent Vera de schademelding. 



29.
  Mobiel schade melden vraag 8 Keuze
 
Videofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 4 vragen.

Zowel Henk als Vera ontvangen tot slot een e-mail. 

Waarom ontvangen Henk en Vera deze e-mail? 

A Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en eventueel compleet maken. 
B Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en opnieuw versturen. 
C Ze kunnen dan online de aangifte alsnog ongedaan maken. 



i.
  Op pad met de mystery shopper - intro Materiaal
 
Op pad met de mystery shopper 

Je hoort een radiofragment over mensen die werken als mystery shopper. Ze gaan naar winkels en doen alsof ze klant zijn om te zien hoe het winkelpersoneel werkt.
Het fragment duurt ongeveer 7.30 minuten.

Bij dit fragment horen 8 vragen.

Audiofragment afspelen

 



30.
  Op pad met de mystery shopper vraag 1 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 2 vragen.

Robert-Jan Booij gaat op pad met een mystery shopper. 

Welke twee andere woorden worden in de tekst gebruikt voor "mystery shopper"?
Klik twee goede antwoorden aan. 

A nepklant 
B retail medewerker 
C spion 
D vrouwenjager 
E winkeleigenaar 



31.
  Op pad met de mystery shopper vraag 2 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 2 vragen.

De mystery shopper zegt van zichzelf dat hij er "doorsnee" uitziet. 

Wat bedoelt hij daarmee? 

A dat hij een jongeman is met een bruine jas aan 
B dat hij eruitziet als een spion 
C dat hij niet opvalt tussen de mensen 



32.
  Op pad met de mystery shopper vraag 3 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Wat doet Bastiaan van Leeuwen voordat hij een winkel bezoekt? 

A Hij bekijkt de punten waarop hij de winkel moet beoordelen. 
B Hij bespreekt de procedure met de eigenaar van de winkel. 
C Hij vult een formulier in voor de eigenaar van de winkel. 



33.
  Op pad met de mystery shopper vraag 4 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

De mystery shopper bezoekt samen met de verslaggever een schoenenwinkel. 

Wat valt hem op bij dit bezoek? 
Klik drie goede antwoorden aan. 

A Er ligt veel troep in de winkel. 
B In de buurt van de winkel staan afvalzakken. 
C Het personeel blijft doorwerken. 
D Het personeel van de winkel begroet hen als ze binnenkomen. 
E Het personeel van de winkel is druk aan het werk. 



34.
  Op pad met de mystery shopper vraag 5 Keuze
 
Audiofragment afspelen
 
 
Een mystery shopper moet volgens Bastiaan van Leeuwen aan een aantal eisen voldoen. 

Welke eis noemt hij? 

A Een mystery shopper moet kunnen observeren. 
B Een mystery shopper moet veel in de winkelstraat lopen. 
C Een mystery shopper moet verstand hebben van kleding. 



35.
  Op pad met de mystery shopper vraag 6 Keuze
 
Audiofragment afspelen
 
 
Wat is de kracht van het "mystery shoppen" volgens Bastiaan van Leeuwen? 

A dat de baas van een winkel de mystery shopper niet kent 
B dat de baas van een winkel niet zelf zijn personeel hoeft te controleren 
C dat het personeel van de winkel de mystery shopper niet kent 



36.
  Op pad met de mystery shopper vraag 7 Keuze
 
Audiofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

In Amerika kan iemand ontslagen worden op basis van de bevindingen van een mystery shopper. 

Vindt de mystery shopper dat dit ook in Nederland moet kunnen gebeuren? 

A Nee, want een mystery shopper beoordeelt niet één medewerker, maar het personeel als geheel. 
B Nee, want een mystery shopper doet zijn werk ook niet altijd goed. 
C Nee, want een mystery shopper is maar één persoon die de winkel beoordeelt. 



37.
  Op pad met de mystery shopper vraag 8 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 

Bij dit fragment horen 2 vragen.

De mystery shopper gaat zelf niet terug naar een winkel met de eindbeoordeling. 

Waarom niet? 

A Dan heeft de mystery shopper te veel werk te doen. 
B Dan is de mystery shopper het plezier in zijn werk kwijt. 
C Dan is de mystery shopper niet meer anoniem. 



i.
  Wat kost zomertijd - intro Materiaal
 
Wat kost zomertijd? 

Je ziet een filmpje over de invoering van de zomertijd en wat dat kost. 
Het fragment duurt ongeveer 8.50 minuten.

Bij dit fragment horen 7 vragen.

Filmfragment afspelen

 



38.
  Wat kost zomertijd vraag 1 Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Een van de presentatoren leest de kijkersvraag voor. 

Wat was volgens de kijker de reden om de zomertijd in te stellen? 

A Door de zomertijd kun je energie besparen. 
B Door de zomertijd kun je langer doorwerken. 
C Door de zomertijd kun je later opstaan. 



39.
  Wat kost zomertijd vraag 2  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

De hoogleraar ondersteunt zijn verhaal met behulp van tekeningen. 

Wat tekent hij als voorbeeld voor de situatie in Californië? 

A een badkuip met een doorlopende lijn 
B een badkuip met een stippellijn 
C een omgedraaide badkuip 



40.
  Wat kost zomertijd vraag 3 Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarom heeft de zomertijd volgens de hoogleraar geen zin? 

A Aan verlichting geef je minder geld uit, maar aan koeling meer. 
B Je geeft aan verlichting en koeling steeds meer geld uit. 
C Wat je aan koeling bespaart, geef je uit aan verlichting. 



41.
  Wat kost zomertijd vraag 4 Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

In dit fragment wordt gesproken over de "Handelingen". 

Welke andere woorden worden gebruikt in plaats van de "Handelingen"? 
Klik de twee goede antwoorden aan. 

A archief 
B dat wat gedaan is 
C kamer 
D vertaling 



42.
  Wat kost zomertijd vraag 5 Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Wat vond de Tweede Kamer van de invoering van de zomertijd? 

A Alle Tweede Kamerleden waren positief over de invoering. 
B Geen van de Tweede Kamerleden vond de invoering een goed plan. 
C Niet alle Tweede Kamerleden waren blij met de invoering. 



43.
  Wat kost zomertijd vraag 6 Keuze
 
Filmfragment afspelen
 
 
Een van de programmamakers bezoekt een koeienstal. 

Wat is een gevolg van de zomertijd voor dit boerenbedrijf? 

A De koeien geven minder melk. 
B De melk smaakt minder lekker. 
C De prijs van melk is omlaaggegaan. 



44.
  Wat kost zomertijd vraag 7 Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
De regering besloot de zomertijd in te voeren. 

Wat was het argument om de zomertijd in te voeren? 

A Er komen dan meer voorzieningen in de recreatiesector. 
B Mensen kunnen dan langer buiten dingen doen. 
C Mensen kunnen dan langer met vakantie gaan. 

Nederlands 3F 2014

Via deze link kun je het bestand downloaden. Je moet het openen met Acrobat Reader en vervolgens vind je helemaal onderaan de luisterfragmenten.

Nederlands 2F 2014

Via deze link kun je het bestand downloaden. Je moet het openen met Acrobat Reader en vervolgens vind je helemaal onderaan de luisterfragmenten.

Nederlands 3F 2014-2015

Via deze link kun je het bestand downloaden. Je moet het openen met Acrobat Reader en vervolgens vind je helemaal onderaan de luisterfragmenten.

Nederlands 2F 2014-2015

Via deze link kun je het bestand downloaden. Je moet het openen met Acrobat Reader en vervolgens vind je helemaal onderaan de luisterfragmenten.

Nederlands 2F 2012


i.
59004b vb ex Aangifte doen (tussenscherm) Materiaal
Aangifte doen

Je ziet een filmpje over aangifte doen bij de politie. Het fragment duurt ongeveer 4 minuten.

Bij dit filmpje horen 7 vragen (vraag 22 t/m 28).

Video fragment afspelen



22. 
50049 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
Waar gaat dit filmpje over? 

A over de problemen bij het opnemen van een aangifte 
B over het gemak van aangifte doen via Skype 
C over het in behandeling nemen van een aangifte 



23. 
50050 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
Iemand woont in de Regio Noord- en Oost-Gelderland.
Hij wil aangifte doen via de computer. 

Vanuit welke plaats kan hij dat doen? 

A Dat kan vanaf de plaats waar hij het wil. 
B Dat moet vanaf een plaats in de Regio Noord- en Oost-Gelderland. 
C Dat moet vanuit zijn eigen huis. 



24. 
50051 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
In het filmpje meldt een vrouw bij de politie dat haar schutting vernield is. Zij wil aangifte doen via de webcam. 
Ze heeft gebeld om een afspraak te maken om aangifte te doen. 

Wie moet daarna contact opnemen? 

A De politie moet altijd contact opnemen. 
B Het slachtoffer moet altijd contact opnemen. 
C De politie of het slachtoffer kan contact opnemen. 



25. 
50052 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
Iemand doet aangifte van een diefstal. Dit gebeurt in een aantal stappen. 

Wat is de volgorde in het filmpje? 

A legitimatie tonen - vragen van de politie beantwoorden - uitleggen wat er gebeurd is 
B uitleggen wat er gebeurd is - legitimatie tonen - vragen van de politie beantwoorden 
C uitleggen wat er gebeurd is - vragen van de politie beantwoorden - legitimatie tonen 



26. 
50053 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
Iemand heeft aangifte gedaan. 

Wat moet hij als laatste doen voordat de politie zijn aangifte in behandeling neemt? 

A de aangifte nog eenmaal in zijn geheel voorlezen 
B de aangifte ondertekenen en opsturen naar de politie 
C de aangifte op een internetformulier invullen 



27. 
50054 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
In het filmpje wordt een aantal dingen genoemd die je nodig hebt om aangifte te doen. 

Wat noemen ze in het filmpje wel, maar blijkt niet altijd nodig te zijn? 

A headset 
B internet 
C webcam 



28. 
50055 Aangifte doen Keuze
Video fragment afspelen
Waarom heeft de politie dit filmpje laten maken? 

A Ze wil laten zien dat aangifte doen verplicht is. 
B Ze wil laten zien hoe je aangifte kunt doen. 
C Ze wil laten zien hoe je contact op kunt nemen met de politie. 



i.
59005b vb ex Tienerondernemers (tussen) Materiaal
Tienerondernemers 

Je hoort een gedeelte van een radioprogramma. Het programma gaat over jongeren en ondernemers. 
De presentatoren praten met Mireille Muller van de Kamer van Koophandel en met Fleur Kriegsman, een jonge ondernemer.
Het fragment duurt ongeveer 6 minuten.

Bij dit radiofragment horen 8 vragen (vraag 29 t/m 36).

Audio fragment afspelen



29. 
50075 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
De presentator zegt dat steeds meer jongeren een eigen bedrijf beginnen. 

Wat is de reactie van Mireille Muller? 

A Het klopt dat steeds meer jongeren gaan ondernemen. 
B Het komt voor, maar ze schrijven zich meestal pas in als ze volwassen zijn. 
C Jongeren starten vooral een bedrijf omdat er veel werkloosheid is. 



30. 
50076 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Waarom is het voor veel jongeren interessant om een eigen bedrijf te starten? 

A Ze horen op school en in de media veel over zelfstandig ondernemen. 
B Ze kunnen een prijs winnen als ze zelf een bedrijf beginnen. 
C Ze worden gestimuleerd door leeftijdsgenoten om te gaan ondernemen. 



31. 
50077 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Fleur Kriegsman is een jonge ondernemer. 

Wat voor artikelen verkoopt ze? 

A kleding van bekende merken 
B tassen en schoenen 
C verschillende mode-artikelen 



32. 
50078 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Fleur Kriegsman is al jong begonnen met ondernemen. 

Hoe is zij begonnen? 

A Ze ging de media opzoeken om meer naamsbekendheid te krijgen. 
B Ze ging mode-accessoires van bekende merken verzamelen. 
C Ze ging spullen op Ebay kopen en verkopen. 



33. 
50079 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Fleur vertelt dat de bekende merken het prima vonden als ze minder artikelen inkocht. 

Waarom vonden ze dat goed? 

A omdat ze er veel geld voor kregen 
B omdat ze Fleur graag wilden helpen 
C omdat Fleur veel in de publiciteit was 



34. 
50080 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Het ondernemerschap is Fleur "met de paplepel ingegoten". 

Wat betekent dat? 

A Fleur heeft op jonge leeftijd al veel geholpen in de bedrijven van haar ouders. 
B Fleur heeft vanaf jonge leeftijd al veel gehoord over het hebben van een eigen bedrijf. 
C Fleur wist al op jonge leeftijd dat ze een eigen bedrijf wilde starten. 



35. 
50081 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Wat doet een rechter tijdens een handlichting? 

A Hij beoordeelt of iemand de capaciteiten heeft om een onderneming te beginnen. 
B Hij beoordeelt of iemand oud genoeg is om een onderneming te beginnen. 
C Hij beoordeelt of iemand voldoende geld heeft om een onderneming te beginnen. 



36. 
50084 Tienerondernemers Keuze
Audio fragment afspelen
Wat vertelt Fleur over haar naamsbekendheid? 

A Hierdoor bezoeken ondernemers haar site. 
B Hierdoor krijgt ze veel publiciteit. 
C Hierdoor verkoopt ze meer. 



i.
59006b vb ex Rijden op frituurvet (tussenscherm) Materiaal
Rijden op frituurvet

Je ziet een filmpje over hoe je oud frituurvet kunt recyclen (hergebruiken). 
Het fragment duurt ongeveer 2 minuten.

Bij dit filmpje horen 6 vragen (vraag 37 t/m 42).

Video fragment afspelen



37. 
50064b vb ex Rijden op frituurvet Keuze
Video fragment afspelen
Vraag 37 gaat over hetzelfde fragment als vraag 38.

Hieronder staan verschillende plaatsen. 

Op welke plaatsen kun je je oude frituurvet inleveren?
Klik bij elke plaats 'wel inleveren' of 'niet inleveren' aan. 

bij de biodieselfabriek in Ede  A wel inleveren  B niet inleveren 
bij de milieustraat van je gemeente  A wel inleveren  B niet inleveren 
bij de winkel waar je het frituurvet gekocht hebt  A wel inleveren  B niet inleveren 
bij het winkelcentrum  A wel inleveren  B niet inleveren 



38. 
50065b vb ex Rijden op frituurvet Keuze
Video fragment afspelen
Vraag 38 gaat over hetzelfde fragment als vraag 37.

Arthur Rep zegt tegen de presentator: "Dat is niet de bedoeling." 

Wat moet de presentator doen? 

A Hij moet het frituurvet direct in de container gooien. 
B Hij moet het frituurvet eerst in een fles doen en daarna in de container. 
C Hij moet het frituurvet via een trechter in de container gooien. 



39. 
50066 Rijden op frituurvet Keuze
Video fragment afspelen
Marcel levert zijn oude frituurolie in. Dan volgt er een aantal stappen. 

In welke volgorde? 

A de olie wordt gescheiden van het plastic -> de plastic verpakking wordt in stukken gesneden -> de olie wordt naar de fabriek gebracht 
B de olie wordt naar de fabriek gebracht -> de plastic verpakking wordt in stukken gesneden -> de olie wordt gescheiden van het plastic 
C de plastic verpakking wordt in stukken gesneden -> de olie wordt gescheiden van het plastic -> de olie wordt naar de fabriek gebracht 



40. 
50067 Rijden op frituurvet Keuze
Video fragment afspelen
Hieronder staan vier producten. 

Welke producten zijn geschikt om biodiesel van te maken? 
Klik bij elk product 'geschikt' of 'niet geschikt' aan. 

braadboter  A geschikt  B niet geschikt 
frituurolie  A geschikt  B niet geschikt 
motorolie  A geschikt  B niet geschikt 
zonnebloemolie  A geschikt  B niet geschikt 



41. 
50069 Rijden op frituurvet Keuze
Video fragment afspelen
In heel Europa wordt biodiesel gemengd bij diesel. 

Wat is het percentage biodiesel dat in Nederland bijgemengd wordt? 

A minder dan 6% 
B precies 6% 
C meer dan 6% 



42. 
50070 Rijden op frituurvet Keuze
Video fragment afspelen
Wat is er nodig om van oude olie brandstof te maken? 

A een katalysator en glycerine 
B methanol en een katalysator 
C methanol en glycerine 

MBO COE 2011 Nederlands 3F voorbeeldexamen


i.
10045 10045 (intro 'Wat is crisis?') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Wat is crisis?'

De tekst bestaat uit 5 fragmenten met totaal 10 vragen.

Bron beeldmateriaal:
Vara-serie 'De Bovenkamer'. 
Talkshow over onderwerpen waarvan je alles denkt te weten 
Allevering: 'Wat is crisis?' 



26.
50001 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 1 

Welke functie heeft dit fragment? 

A aandachttrekker 
B mededeling vooraf 
C probleemstelling 



27.
50002 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 2 

Hoe kun je dit fragment het beste karakteriseren? 

A Dit is een beschouwend fragment. 
B Dit is een informatief fragment. 
C Dit is een uiteenzettend fragment. 



28.
50003 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 2 

Waarom betrekt Rick van der Ploeg het publiek bij zijn verhaal? 

A Hij wil zijn verhaal aanschouwelijk maken. 
B Hij wil zijn verhaal geloofwaardig maken. 
C Hij wil zijn verhaal komisch maken. 



29.
50005 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 3 

Rick van der Ploeg zegt in dit fragment: 'Stel je voor: wij zijn samen getrouwd, bij wijze van spreken.' Jan Jaap van der Wal reageert met: 'Nou ja, ik moet u zeggen: dat lijkt me een leuk idee!' 

Welke manier van spreken hanteert Van der Ploeg? 

A Hij maakt een grap. 
B Hij overdrijft. 
C Hij wil Van der Wal in het nauw brengen. 



30.
50006 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 3 

Waarom zegt Jan Jaap van der Wal: 'Dat is een andere aflevering'? 

A Hij bedoelt dat in een andere aflevering hijzelf meer aan het woord zal zijn dan Van der Ploeg. 
B Hij bedoelt dat Van der Ploegs opmerking over een ander onderwerp gaat dan hier besproken. 
C Hij zal in een andere aflevering nader uitleggen waarom hij bij Van der Ploeg niet aan zijn trekken komt. 



31.
50007 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 4 

Rick van der Ploeg zegt dat vooral jonge mannen de crisis hebben veroorzaakt met het verzinnen van ondoorzichtige producten. 

Van welke type drogreden bedient Rick van der Ploeg zich in dit fragment? 

A dooddoener 
B generalisatie 
C misbruik van autoriteit 
D persoonlijke aanval 



32.
50008 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 4 

Rick van der Ploeg vraagt in dit fragment: 'Waarom verdient zo'n persoon meer dan een verpleegkundige?' 

Rick van der Ploeg stelt hier een vraag waarop 

A Jan Jaap van der Wal het antwoord schuldig moet blijven. 
B hijzelf ook geen antwoord weet. 
C hijzelf geen antwoord verwacht. 



33.
50009 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Bovenkamer: fragment 5 

Rick van der Ploeg beweert dat de arme landen de grootste slachtoffers zijn van de economische crisis. 

Wat maakt deze bewering betrouwbaar? 

A De bewering is betrouwbaar, omdat deze algemeen bekend en geaccepteerd is. 
B De bewering is betrouwbaar, omdat Van der Ploeg een gezaghebbend econoom is. 
C De bewering is betrouwbaar, omdat Van der Ploeg deze uitgebreid toelicht. 



34.
50010 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 5 

Als je het betoog van Rick van der Ploeg over de grootste slachtoffers van de crisis beknopt zou moeten samenvatten, welke samenvatting is dan de beste? 

A Er heerst werkloosheid, want de grondstoffenprijzen zijn gekelderd en men gaat gebukt onder de gevolgen van de klimaatverandering. 
B Er heerst werkloosheid, want de pensioenen zijn minder waard geworden en men gaat gebukt onder de gevolgen van klimaatverandering. 
C Er heerst werkloosheid, want emigranten sturen geen geld meer en men gaat gebukt onder de gevolgen van de klimaatverandering. 



35.
50011 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?
De essentie van het betoog van Rick van der Ploeg in het programma 'Wat is crisis' kan worden samengevat in enkele kernachtige uitspraken. 

Wat is de essentie van het betoog van Rick van der Ploeg? 

A Economie is maar een idee. Het draait allemaal om vertrouwen. Daarom is het goed dat landen veel geld in de economie hebben gepompt. Hebzucht moeten we niet meer toestaan in de samenleving. 
B In de jaren negentig was hebzucht nummer 1. Iedereen dacht: hoe kan ik snel rijk worden? Als er meer vrouwen op de beursvloer komen, houdt dat elkaar opjagen vanzelf op. 
C Is er wel echt een crisis? Het gaat alleen maar om die enorme gulzigheid bij bankiers, die onverantwoord geïnvesteerd hebben in slechte financiële producten. Gelukkig zijn die nu verboden. 



i.
10046 10046 (intro 'Weet wat je koopt') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Weet wat je koopt'

De tekst bestaat uit 3 fragmenten met totaal 8 vragen.

Bron beeldmateriaal:
Vara-serie 'Weet wat je koopt'. 
Wetenschappelijk consumentenprogramma 
Aflevering: 'Supermarketing' 



36.
50026 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 1 

In dit fragment wordt het beeld achteruit gedraaid. 

De regisseur doet dit 

A om aan te geven dat Elisabeth enkele boodschappen vergeten is. 
B om ondertussen aan te geven waarover het programma zal gaan. 
C om toe te lichten wat de supermarkt allemaal nog niet van de klant weet. 



37.
50027 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

Wat bedoelt John Poppelaars met 'een goudmijn'? 

A de miljarden artikelen in de supermarkt 
B de veelheid aan voorkeuren van klantengroepen 
C de verzameling gegevens van verkochte producten 



38.
50028 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

In het fragment zie je getallen boven de verschillende doelgroepen. 
Wat geven die getallen weer? 

A de aankoopgewoontes, die voorkomen binnen de verschillende doelgroepen 
B de combinaties van aankopen door leden uit de verschillende doelgroepen 
C de omzetcijfers van productcombinaties binnen de drie doelgroepen 



39.
50029 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

Supermarkten schakelen wiskundigen in om koopgedrag van klanten te onderzoeken. 

Wat zijn hun werkzaamheden? 

A Ze maken klantengroepen aan de hand van leeftijd en geslacht. 
B Ze proberen klanten te beïnvloeden met adviezen voor aankoopcombinaties. 
C Ze proberen relaties te voorspellen tussen aankopen van klanten. 



40.
50030 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 3 

Hoe wil de supermarkt in de toekomst zijn klanten selecteren? 

A door de koopjesjagers mooie aanbiedingen te doen 
B door in de verschillende winkeltypes flexibele prijzen te hanteren 
C door voor iedere klant een andere prijs te gaan berekenen 



41.
50031 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 3 

Elisabeth vertelt dat Reaal niets met de klantgegevens zal doen. 

Hoe betrouwbaar is deze uitspraak? 

A Onbetrouwbaar. De supermarkt zal immers steeds meer inspelen op het koopgedrag van de klant. 
B Weinig betrouwbaar. Elisabeth vindt zelf ook dat ze te veel privégegevens moet afstaan. 
C Zeer betrouwbaar. De supermarkt zegt nu toch ook dat er niets met de klantgegevens gebeurt. 



42.
50032 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt
Wat is het doel van het programma 'Weet wat je koopt'?

De kijker te 

A informeren over het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 
B instrueren over het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 
C waarschuwen voor het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 



43.
50033 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt
Welk zin vat het programma 'Weet wat je koopt' het beste samen? 

A Er worden nieuwe manieren getest om het koopgedrag van klanten in de supermarkt te beïnvloeden. 
B Er worden onderzoeken gedaan naar de hoogte van de individuele bestedingen van supermarktklanten. 
C Er worden onderzoeken gedaan naar wijze waarop de mobiele inkoopassistent bezuinigingen in de supermarktbranche kan stimuleren. 



i.
10047 10047 (intro ''Internet en e-health') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Internet en e-health'

De tekst bestaat uit 4 fragmenten met totaal 7 vragen.

Bekijk eerst het introductiefragment.



Bron beeldmateriaal:
Teleac-serie: 'Volgende Keer Beter'. 
Een programma over communicatie en miscommunicatie tussen artsen en patiënten
Aflevering: 'Internet en E-Health' 



44.
50051 Internet en e-Health (Teleac)  Keuze
E-Health: fragment 1 

Gynaecoloog Hans van der Slikke doet de volgende uitspraken over het nut van internet voor patiënten:
I Het is prima dat patiënten zich goed voorbereiden op een medisch consult.
II Goed voorbereide patiënten komen in een consult sneller tot de kern van hun klacht.

Wat geldt voor deze uitspraken? 

A I is een argument. II is een standpunt. 
B I is een standpunt. II is een argument. 
C I en II zijn beide argumenten. 
D I en II zijn beide standpunten. 



45.
50052 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 1 

Wat bedoelt Hans van der Slikke met zijn opmerking over het blad Privé? 

A Dat er altijd sprake is geweest van kwaliteitsverschil in medische informatie. 
B Dat er verschil is tussen medische informatie uit Privé en informatie van internet. 
C Dat het blad Privë niet geschikt is voor medisch nieuws. 



46.
50053 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 2 

Lisette van Gemert zegt in dit fragment dat er meer rendement te behalen valt voor huisarts en patiënt als een consult beter wordt georganiseerd. 

Deze uitspraak is een 

A conclusie. 
B samenvatting. 
C standpunt. 



47.
50054 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 2 

Lisette van Gemert zegt dat ze de communicatie via een website veilig vindt. 

Is Lisette van Gemert overtuigd van die veiligheid? 

A Ja, maar ze stelt wel voorwaarden aan de programma's. 
B Ja, ze weet zeker dat de informatie via internet veilig is. 
C Nee, ze vindt dat zoekprogramma's afgeschermd moeten worden. 



48.
50055 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 3 

Wat is het voordeel van e-Health voor verzekeraars? 

A Ze krijgen tevreden klanten en dat trekt andere klanten. 
B Ze kunnen de behandelingen gemakkelijker vergoeden. 
C Ze kunnen zelf vernieuwingen op de markt brengen. 



49.
50056 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 3 

Lisette van Gemert zegt in dit fragment: 'Zo krijg je de marktwerking die wij hier ook nastreven.' 

Wat bedoelt zij met de marktwerking? 

A De patiënten kunnen via internet een passende behandelmethode zoeken. 
B Verzekeraars brengen zelf toepassingen voor e-Health op de markt. 
C Verzekeraars onderscheiden zich door de manier waarop patiënten geholpen worden. 



50.
50057 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 4 

De presentatrice onderbreekt Hans van der Slikke in dit fragment. Ze geeft een samenvatting van wat hij gezegd heeft. 

Hoe doet ze dat? 

A Ze geeft haar eigen mening weer. 
B Ze geeft zijn bedoeling weer. 
C Ze herhaalt wat hij gezegd heeft. 

Ned3F 2013 P0 1 Voorbeeld COE


i.
  Nederland knutselland - intro Materiaal
 
Nederland knutselland

Je gaat kijken naar fragmenten uit een programma over hoe Nederland er vanuit de lucht gefilmd uitziet. 
Het programma gaat over de vraag of wij het land vormen of het land ons vormt. 
Je ziet 4 fragmenten, waarbij telkens 1 of meerdere vragen worden gesteld.

De laatste 2 vragen gaan over alle fragmenten. Je moet in totaal 8 vragen maken. 



25.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Het programma wordt ingeleid door de presentator Roel Bentz van den Berg. 

Op welke manier opent hij het programma? 

Roel Bentz van den Berg 
A beargumenteert dat de kijker niet weet hoe Nederland er echt uitziet. 
B concludeert dat de kijker niet weet hoe Nederland er echt uitziet. 
C suggereert dat de kijker niet weet hoe Nederland er echt uitziet. 



26.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Wanneer is de liefde voor het 'knutselen' in Nederland ontstaan? 

A nadat er op grote schaal land was gewonnen 
B tijdens het droogleggen van drassige gronden 
C toen de polders geschikt bleken voor veeteelt 



27.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

In dit fragment zegt de verslaggever: ''Dit is de maakbaarheid van ons land.'' 

Deze uitspraak is 
A een argument bij het voorafgaande. 
B een conclusie van het voorafgaande. 
C een samenvatting van het voorafgaande. 



28.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
 Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarom zegt Dirk Sijmons (hoogleraar Landschapsarchitectuur TU Delft): "We leven in een soort enorme prothese"? 

Hij wil duidelijk maken dat Nederland 
A een te complex waterbeheersingsstelsel nodig heeft voor goede grond. 
B kunstgrepen nodig heeft om land optimaal te kunnen benutten. 
C nog bij lange na niet klaar is met bouwen en verbouwen. 



29.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarvoor staan de Oostvaardersplassen model? 

A voor de oorspronkelijke natuur in Nederland 
B voor de rijkdom aan flora en fauna in Nederland 
C voor het (op juiste wijze) bewust aanleggen van een natuurgebied 



30.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarom lacht Dirk Sijmons als hij zegt dat ze het geweten hebben? 

A Hij vindt het resultaat van het te zuinige overheidsbeleid grappig. 
B Hij vindt het vermakelijk dat het gebied al dertig jaar bestaat. 
C Hij vindt zijn vergelijking met de kraakbeweging amusant. 



31.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Op welke manier probeert dit programma de kijker erover te informeren dat Nederland een knutselland is? 

Met beelden die worden ondersteund 
A door feiten. 
B door feiten en meningen. 
C door meningen. 



32.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
 
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Wat is de toon van het programma? 

Nederland is een land waar 
A we nog veel aan moeten doen. 
B we trots op mogen zijn. 
C we zuinig op moeten zijn. 



i. 
  In de schaduw van het nieuws - intro Materiaal
 
In de schaduw van het nieuws

Je gaat kijken naar een programma over moderne sociale media. Arie Boomsma praat met 4 gasten die over dit onderwerp hun mening geven. 
Je ziet 3 fragmenten waarbij telkens 1 of meer vragen gesteld worden.

De laatste 2 vragen gaan over alle fragmenten. Je moet in totaal 8 vragen maken. 



33.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
 Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Arie Boomsma leidt het programma in. 

Welke vraag behandelt dit programma? 

A Is de razendsnelle groei van de sociale media nog af te remmen? 
B Kan men het zich permitteren om de sociale media te negeren? 
C Welke mogelijkheden bieden de sociale media ons tegenwoordig? 



34.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Hoe reageert Christine van Renssen op de uitspraken van anderen in dit fragment? 

A enthousiast 
B ontkennend 
C verontwaardigd 



35.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

In dit fragment reageert Boris Velthuyzen van Zanten op het gedrag van Christine van Renssen. 

Hoe doet hij dit? 

A Hij juicht haar gedrag toe met behulp van voorbeelden van het gedrag van andere moeders. 
B Hij noemt andere, overeenkomstige voorbeelden om Christines verslaving te bevestigen. 
C Hij ondersteunt Christine en relativeert het probleem door andere voorbeelden te geven. 



36.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Arie Boomsma vraagt in dit fragment aan Dick Trubendorffer hoe je iemand van een verslaving afbrengt. 

Wat is de kern van zijn antwoord? 

Je moet 
A de omvang van het probleem kennen om de ernst van de situatie te begrijpen. 
B goed kunnen onderscheiden wat nog acceptabel is in je verslaving. 
C naast het inzien van je verslaving, je ook realiseren wat de gevolgen zijn. 



37.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.
Zijn de uitspraken van Dick Trubendorffer meningen en/of feiten? 

A feiten 
B meningen 
C meningen en feiten 



38.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Boris Velthuyzen van Zanten vindt internet geen verslaving. 

Waarom klopt zijn redering niet? 

A Hij gebruikt emotionele argumenten. 
B Hij geeft een verkeerde samenvatting. 
C Hij maakt een verkeerde vergelijking. 



39.
  in de schaduw van het nieuws -  Keuze
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Welke zin vat het hele programma het best samen? 

A Alleen jonge mensen raken tot nu toe verslaafd aan sociale media. 
B Sociale media kunnen, maar wees waakzaam voor verslaving. 
C Verslaving aan sociale media is in Nederland nog geen probleem. 



40.
  in de schaduw van het nieuws -  Keuze
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Wat is in de meeste gevallen de toon van Arie Boomsma tijdens de vraagstellingen? 

A objectief 
B sturend 
C suggestief 



i.
  worden kinderen brutaler - intro Materiaal
 
Worden kinderen brutaler?

Je gaat luisteren naar een radio-interview. Het programma gaat over de vraag of kinderen tegenwoordig brutaler zijn dan vroeger.
Beluister eerst de hele uitzending (ca. 6 minuten). Hier gaat de eerste vraag over.
Je hoort 5 fragmenten, waarbij telkens 1 of meerdere vragen worden gesteld.

De laatste vraag gaat over alle fragmenten. Je moet in totaal 8 vragen maken. 



41.
  Worden kinderen brutaler - vraag 1 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

In dit radio-interview reageert hoogleraar Jo Hermanns op de vraag of de Nederlandse jeugd brutaler is dan vroeger. 

Op welke wijze benadert Hermanns de vraag? 

A Hij geeft zijn mening over het gedrag van de jeugd. 
B Hij plaatst het gedrag van de jeugd vooral in een historisch perspectief. 
C Hij presenteert onderzoeksgegevens over gedrag van de jeugd. 



42.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Hoe reageert Jo Hermanns op de eerste vraag van de interviewer? 

A met een bevestiging 
B met een relativering 
C met een voorbeeld 



43.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Jo Hermanns geeft aan dat het tegenwoordig (ook) goed gaat met de jeugd. 
Hoe onderbouwt hij zijn antwoord? 

A met argumenten bij zijn betoog 
B met een algemene conclusie uit onderzoek 
C met resultaten uit onderzoeken 



44.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Nederlandse kinderen leren tegenwoordig om van jongs af aan mee te praten. 

Welk nadelig gevolg heeft dit volgens Jo Hermanns? 

A De jeugd beseft nog te weinig dat inspraak niet overal gepast is. 
B De jeugd is te kritisch in gezagsrelaties buiten het gezin. 
C De jeugd negeert stelselmatig de fatsoensregels in het onderwijs. 



45.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Wat vindt Jo Hermanns van de media-aandacht voor 'comazuipen'? 

A Gegrond, maar het probleem moet niet overdreven worden. 
B Gegrond, want comazuipen is een ernstig probleem. 
C Ongegrond, want comazuipen is van alle tijden. 



46.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Jo Hermanns vergelijkt de media-aandacht voor 'comazuipen' met de opvoedprogramma's op tv. 

Welke negatieve kant hebben opvoedprogramma's volgens Hermanns? 

A Ze geven een verkeerd beeld van de jeugd. 
B Ze leiden tot overbezorgdheid over de jeugd. 
C Ze zijn niet in het belang van de jeugd. 



47.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

De verslaggever vraagt Jo Hermanns of het terecht is dat elke generatie de jeugd van haar tijd veroordeelt. 

Hermanns reageert aanvankelijk instemmend, maar daarna 
A ontkent hij excessen. 
B prijst hij de jeugd van tegenwoordig. 
C relativeert hij het gedrag van de jeugd. 



48.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Jo Hermanns heeft het in zijn antwoord onder meer over het problematiseren van de opvoeding. 

Wat bedoelt Hermanns hiermee? 

A Ouders hebben te veel de neiging problemen te overdrijven. 
B Ouders kloppen bij opvoedingsproblemen te snel aan bij professionals. 
C Ouders zijn te gemakzuchtig als het gaat om hun opvoedtaken.