Nederlands 3F 2014

Via deze link kun je het bestand downloaden. Je moet het openen met Acrobat Reader en vervolgens vind je helemaal onderaan de luisterfragmenten.

Nederlands 3F 2014-2015

Via deze link kun je het bestand downloaden. Je moet het openen met Acrobat Reader en vervolgens vind je helemaal onderaan de luisterfragmenten.

MBO COE 2011 Nederlands 3F voorbeeldexamen


i.
10045 10045 (intro 'Wat is crisis?') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Wat is crisis?'

De tekst bestaat uit 5 fragmenten met totaal 10 vragen.

Bron beeldmateriaal:
Vara-serie 'De Bovenkamer'. 
Talkshow over onderwerpen waarvan je alles denkt te weten 
Allevering: 'Wat is crisis?' 



26.
50001 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 1 

Welke functie heeft dit fragment? 

A aandachttrekker 
B mededeling vooraf 
C probleemstelling 



27.
50002 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 2 

Hoe kun je dit fragment het beste karakteriseren? 

A Dit is een beschouwend fragment. 
B Dit is een informatief fragment. 
C Dit is een uiteenzettend fragment. 



28.
50003 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 2 

Waarom betrekt Rick van der Ploeg het publiek bij zijn verhaal? 

A Hij wil zijn verhaal aanschouwelijk maken. 
B Hij wil zijn verhaal geloofwaardig maken. 
C Hij wil zijn verhaal komisch maken. 



29.
50005 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 3 

Rick van der Ploeg zegt in dit fragment: 'Stel je voor: wij zijn samen getrouwd, bij wijze van spreken.' Jan Jaap van der Wal reageert met: 'Nou ja, ik moet u zeggen: dat lijkt me een leuk idee!' 

Welke manier van spreken hanteert Van der Ploeg? 

A Hij maakt een grap. 
B Hij overdrijft. 
C Hij wil Van der Wal in het nauw brengen. 



30.
50006 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 3 

Waarom zegt Jan Jaap van der Wal: 'Dat is een andere aflevering'? 

A Hij bedoelt dat in een andere aflevering hijzelf meer aan het woord zal zijn dan Van der Ploeg. 
B Hij bedoelt dat Van der Ploegs opmerking over een ander onderwerp gaat dan hier besproken. 
C Hij zal in een andere aflevering nader uitleggen waarom hij bij Van der Ploeg niet aan zijn trekken komt. 



31.
50007 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 4 

Rick van der Ploeg zegt dat vooral jonge mannen de crisis hebben veroorzaakt met het verzinnen van ondoorzichtige producten. 

Van welke type drogreden bedient Rick van der Ploeg zich in dit fragment? 

A dooddoener 
B generalisatie 
C misbruik van autoriteit 
D persoonlijke aanval 



32.
50008 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 4 

Rick van der Ploeg vraagt in dit fragment: 'Waarom verdient zo'n persoon meer dan een verpleegkundige?' 

Rick van der Ploeg stelt hier een vraag waarop 

A Jan Jaap van der Wal het antwoord schuldig moet blijven. 
B hijzelf ook geen antwoord weet. 
C hijzelf geen antwoord verwacht. 



33.
50009 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Bovenkamer: fragment 5 

Rick van der Ploeg beweert dat de arme landen de grootste slachtoffers zijn van de economische crisis. 

Wat maakt deze bewering betrouwbaar? 

A De bewering is betrouwbaar, omdat deze algemeen bekend en geaccepteerd is. 
B De bewering is betrouwbaar, omdat Van der Ploeg een gezaghebbend econoom is. 
C De bewering is betrouwbaar, omdat Van der Ploeg deze uitgebreid toelicht. 



34.
50010 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 5 

Als je het betoog van Rick van der Ploeg over de grootste slachtoffers van de crisis beknopt zou moeten samenvatten, welke samenvatting is dan de beste? 

A Er heerst werkloosheid, want de grondstoffenprijzen zijn gekelderd en men gaat gebukt onder de gevolgen van de klimaatverandering. 
B Er heerst werkloosheid, want de pensioenen zijn minder waard geworden en men gaat gebukt onder de gevolgen van klimaatverandering. 
C Er heerst werkloosheid, want emigranten sturen geen geld meer en men gaat gebukt onder de gevolgen van de klimaatverandering. 



35.
50011 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?
De essentie van het betoog van Rick van der Ploeg in het programma 'Wat is crisis' kan worden samengevat in enkele kernachtige uitspraken. 

Wat is de essentie van het betoog van Rick van der Ploeg? 

A Economie is maar een idee. Het draait allemaal om vertrouwen. Daarom is het goed dat landen veel geld in de economie hebben gepompt. Hebzucht moeten we niet meer toestaan in de samenleving. 
B In de jaren negentig was hebzucht nummer 1. Iedereen dacht: hoe kan ik snel rijk worden? Als er meer vrouwen op de beursvloer komen, houdt dat elkaar opjagen vanzelf op. 
C Is er wel echt een crisis? Het gaat alleen maar om die enorme gulzigheid bij bankiers, die onverantwoord geïnvesteerd hebben in slechte financiële producten. Gelukkig zijn die nu verboden. 



i.
10046 10046 (intro 'Weet wat je koopt') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Weet wat je koopt'

De tekst bestaat uit 3 fragmenten met totaal 8 vragen.

Bron beeldmateriaal:
Vara-serie 'Weet wat je koopt'. 
Wetenschappelijk consumentenprogramma 
Aflevering: 'Supermarketing' 



36.
50026 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 1 

In dit fragment wordt het beeld achteruit gedraaid. 

De regisseur doet dit 

A om aan te geven dat Elisabeth enkele boodschappen vergeten is. 
B om ondertussen aan te geven waarover het programma zal gaan. 
C om toe te lichten wat de supermarkt allemaal nog niet van de klant weet. 



37.
50027 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

Wat bedoelt John Poppelaars met 'een goudmijn'? 

A de miljarden artikelen in de supermarkt 
B de veelheid aan voorkeuren van klantengroepen 
C de verzameling gegevens van verkochte producten 



38.
50028 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

In het fragment zie je getallen boven de verschillende doelgroepen. 
Wat geven die getallen weer? 

A de aankoopgewoontes, die voorkomen binnen de verschillende doelgroepen 
B de combinaties van aankopen door leden uit de verschillende doelgroepen 
C de omzetcijfers van productcombinaties binnen de drie doelgroepen 



39.
50029 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

Supermarkten schakelen wiskundigen in om koopgedrag van klanten te onderzoeken. 

Wat zijn hun werkzaamheden? 

A Ze maken klantengroepen aan de hand van leeftijd en geslacht. 
B Ze proberen klanten te beïnvloeden met adviezen voor aankoopcombinaties. 
C Ze proberen relaties te voorspellen tussen aankopen van klanten. 



40.
50030 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 3 

Hoe wil de supermarkt in de toekomst zijn klanten selecteren? 

A door de koopjesjagers mooie aanbiedingen te doen 
B door in de verschillende winkeltypes flexibele prijzen te hanteren 
C door voor iedere klant een andere prijs te gaan berekenen 



41.
50031 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 3 

Elisabeth vertelt dat Reaal niets met de klantgegevens zal doen. 

Hoe betrouwbaar is deze uitspraak? 

A Onbetrouwbaar. De supermarkt zal immers steeds meer inspelen op het koopgedrag van de klant. 
B Weinig betrouwbaar. Elisabeth vindt zelf ook dat ze te veel privégegevens moet afstaan. 
C Zeer betrouwbaar. De supermarkt zegt nu toch ook dat er niets met de klantgegevens gebeurt. 



42.
50032 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt
Wat is het doel van het programma 'Weet wat je koopt'?

De kijker te 

A informeren over het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 
B instrueren over het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 
C waarschuwen voor het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 



43.
50033 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt
Welk zin vat het programma 'Weet wat je koopt' het beste samen? 

A Er worden nieuwe manieren getest om het koopgedrag van klanten in de supermarkt te beïnvloeden. 
B Er worden onderzoeken gedaan naar de hoogte van de individuele bestedingen van supermarktklanten. 
C Er worden onderzoeken gedaan naar wijze waarop de mobiele inkoopassistent bezuinigingen in de supermarktbranche kan stimuleren. 



i.
10047 10047 (intro ''Internet en e-health') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Internet en e-health'

De tekst bestaat uit 4 fragmenten met totaal 7 vragen.

Bekijk eerst het introductiefragment.



Bron beeldmateriaal:
Teleac-serie: 'Volgende Keer Beter'. 
Een programma over communicatie en miscommunicatie tussen artsen en patiënten
Aflevering: 'Internet en E-Health' 



44.
50051 Internet en e-Health (Teleac)  Keuze
E-Health: fragment 1 

Gynaecoloog Hans van der Slikke doet de volgende uitspraken over het nut van internet voor patiënten:
I Het is prima dat patiënten zich goed voorbereiden op een medisch consult.
II Goed voorbereide patiënten komen in een consult sneller tot de kern van hun klacht.

Wat geldt voor deze uitspraken? 

A I is een argument. II is een standpunt. 
B I is een standpunt. II is een argument. 
C I en II zijn beide argumenten. 
D I en II zijn beide standpunten. 



45.
50052 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 1 

Wat bedoelt Hans van der Slikke met zijn opmerking over het blad Privé? 

A Dat er altijd sprake is geweest van kwaliteitsverschil in medische informatie. 
B Dat er verschil is tussen medische informatie uit Privé en informatie van internet. 
C Dat het blad Privë niet geschikt is voor medisch nieuws. 



46.
50053 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 2 

Lisette van Gemert zegt in dit fragment dat er meer rendement te behalen valt voor huisarts en patiënt als een consult beter wordt georganiseerd. 

Deze uitspraak is een 

A conclusie. 
B samenvatting. 
C standpunt. 



47.
50054 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 2 

Lisette van Gemert zegt dat ze de communicatie via een website veilig vindt. 

Is Lisette van Gemert overtuigd van die veiligheid? 

A Ja, maar ze stelt wel voorwaarden aan de programma's. 
B Ja, ze weet zeker dat de informatie via internet veilig is. 
C Nee, ze vindt dat zoekprogramma's afgeschermd moeten worden. 



48.
50055 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 3 

Wat is het voordeel van e-Health voor verzekeraars? 

A Ze krijgen tevreden klanten en dat trekt andere klanten. 
B Ze kunnen de behandelingen gemakkelijker vergoeden. 
C Ze kunnen zelf vernieuwingen op de markt brengen. 



49.
50056 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 3 

Lisette van Gemert zegt in dit fragment: 'Zo krijg je de marktwerking die wij hier ook nastreven.' 

Wat bedoelt zij met de marktwerking? 

A De patiënten kunnen via internet een passende behandelmethode zoeken. 
B Verzekeraars brengen zelf toepassingen voor e-Health op de markt. 
C Verzekeraars onderscheiden zich door de manier waarop patiënten geholpen worden. 



50.
50057 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 4 

De presentatrice onderbreekt Hans van der Slikke in dit fragment. Ze geeft een samenvatting van wat hij gezegd heeft. 

Hoe doet ze dat? 

A Ze geeft haar eigen mening weer. 
B Ze geeft zijn bedoeling weer. 
C Ze herhaalt wat hij gezegd heeft. 

Ned3F 2013 P0 1 Voorbeeld COE


i.
  Nederland knutselland - intro Materiaal
 
Nederland knutselland

Je gaat kijken naar fragmenten uit een programma over hoe Nederland er vanuit de lucht gefilmd uitziet. 
Het programma gaat over de vraag of wij het land vormen of het land ons vormt. 
Je ziet 4 fragmenten, waarbij telkens 1 of meerdere vragen worden gesteld.

De laatste 2 vragen gaan over alle fragmenten. Je moet in totaal 8 vragen maken. 



25.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Het programma wordt ingeleid door de presentator Roel Bentz van den Berg. 

Op welke manier opent hij het programma? 

Roel Bentz van den Berg 
A beargumenteert dat de kijker niet weet hoe Nederland er echt uitziet. 
B concludeert dat de kijker niet weet hoe Nederland er echt uitziet. 
C suggereert dat de kijker niet weet hoe Nederland er echt uitziet. 



26.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Wanneer is de liefde voor het 'knutselen' in Nederland ontstaan? 

A nadat er op grote schaal land was gewonnen 
B tijdens het droogleggen van drassige gronden 
C toen de polders geschikt bleken voor veeteelt 



27.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

In dit fragment zegt de verslaggever: ''Dit is de maakbaarheid van ons land.'' 

Deze uitspraak is 
A een argument bij het voorafgaande. 
B een conclusie van het voorafgaande. 
C een samenvatting van het voorafgaande. 



28.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
 Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarom zegt Dirk Sijmons (hoogleraar Landschapsarchitectuur TU Delft): "We leven in een soort enorme prothese"? 

Hij wil duidelijk maken dat Nederland 
A een te complex waterbeheersingsstelsel nodig heeft voor goede grond. 
B kunstgrepen nodig heeft om land optimaal te kunnen benutten. 
C nog bij lange na niet klaar is met bouwen en verbouwen. 



29.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen
 
 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarvoor staan de Oostvaardersplassen model? 

A voor de oorspronkelijke natuur in Nederland 
B voor de rijkdom aan flora en fauna in Nederland 
C voor het (op juiste wijze) bewust aanleggen van een natuurgebied 



30.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Videofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Waarom lacht Dirk Sijmons als hij zegt dat ze het geweten hebben? 

A Hij vindt het resultaat van het te zuinige overheidsbeleid grappig. 
B Hij vindt het vermakelijk dat het gebied al dertig jaar bestaat. 
C Hij vindt zijn vergelijking met de kraakbeweging amusant. 



31.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Op welke manier probeert dit programma de kijker erover te informeren dat Nederland een knutselland is? 

Met beelden die worden ondersteund 
A door feiten. 
B door feiten en meningen. 
C door meningen. 



32.
  Nederland knutselland -  Keuze
 
 
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Wat is de toon van het programma? 

Nederland is een land waar 
A we nog veel aan moeten doen. 
B we trots op mogen zijn. 
C we zuinig op moeten zijn. 



i. 
  In de schaduw van het nieuws - intro Materiaal
 
In de schaduw van het nieuws

Je gaat kijken naar een programma over moderne sociale media. Arie Boomsma praat met 4 gasten die over dit onderwerp hun mening geven. 
Je ziet 3 fragmenten waarbij telkens 1 of meer vragen gesteld worden.

De laatste 2 vragen gaan over alle fragmenten. Je moet in totaal 8 vragen maken. 



33.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
 Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Arie Boomsma leidt het programma in. 

Welke vraag behandelt dit programma? 

A Is de razendsnelle groei van de sociale media nog af te remmen? 
B Kan men het zich permitteren om de sociale media te negeren? 
C Welke mogelijkheden bieden de sociale media ons tegenwoordig? 



34.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

Hoe reageert Christine van Renssen op de uitspraken van anderen in dit fragment? 

A enthousiast 
B ontkennend 
C verontwaardigd 



35.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 2 vragen.

In dit fragment reageert Boris Velthuyzen van Zanten op het gedrag van Christine van Renssen. 

Hoe doet hij dit? 

A Hij juicht haar gedrag toe met behulp van voorbeelden van het gedrag van andere moeders. 
B Hij noemt andere, overeenkomstige voorbeelden om Christines verslaving te bevestigen. 
C Hij ondersteunt Christine en relativeert het probleem door andere voorbeelden te geven. 



36.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Arie Boomsma vraagt in dit fragment aan Dick Trubendorffer hoe je iemand van een verslaving afbrengt. 

Wat is de kern van zijn antwoord? 

Je moet 
A de omvang van het probleem kennen om de ernst van de situatie te begrijpen. 
B goed kunnen onderscheiden wat nog acceptabel is in je verslaving. 
C naast het inzien van je verslaving, je ook realiseren wat de gevolgen zijn. 



37.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.
Zijn de uitspraken van Dick Trubendorffer meningen en/of feiten? 

A feiten 
B meningen 
C meningen en feiten 



38.
  In de schaduw van het nieuws -  Keuze
 
Filmfragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Boris Velthuyzen van Zanten vindt internet geen verslaving. 

Waarom klopt zijn redering niet? 

A Hij gebruikt emotionele argumenten. 
B Hij geeft een verkeerde samenvatting. 
C Hij maakt een verkeerde vergelijking. 



39.
  in de schaduw van het nieuws -  Keuze
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Welke zin vat het hele programma het best samen? 

A Alleen jonge mensen raken tot nu toe verslaafd aan sociale media. 
B Sociale media kunnen, maar wees waakzaam voor verslaving. 
C Verslaving aan sociale media is in Nederland nog geen probleem. 



40.
  in de schaduw van het nieuws -  Keuze
Deze vraag gaat over alle fragmenten.

Wat is in de meeste gevallen de toon van Arie Boomsma tijdens de vraagstellingen? 

A objectief 
B sturend 
C suggestief 



i.
  worden kinderen brutaler - intro Materiaal
 
Worden kinderen brutaler?

Je gaat luisteren naar een radio-interview. Het programma gaat over de vraag of kinderen tegenwoordig brutaler zijn dan vroeger.
Beluister eerst de hele uitzending (ca. 6 minuten). Hier gaat de eerste vraag over.
Je hoort 5 fragmenten, waarbij telkens 1 of meerdere vragen worden gesteld.

De laatste vraag gaat over alle fragmenten. Je moet in totaal 8 vragen maken. 



41.
  Worden kinderen brutaler - vraag 1 Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

In dit radio-interview reageert hoogleraar Jo Hermanns op de vraag of de Nederlandse jeugd brutaler is dan vroeger. 

Op welke wijze benadert Hermanns de vraag? 

A Hij geeft zijn mening over het gedrag van de jeugd. 
B Hij plaatst het gedrag van de jeugd vooral in een historisch perspectief. 
C Hij presenteert onderzoeksgegevens over gedrag van de jeugd. 



42.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Hoe reageert Jo Hermanns op de eerste vraag van de interviewer? 

A met een bevestiging 
B met een relativering 
C met een voorbeeld 



43.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Jo Hermanns geeft aan dat het tegenwoordig (ook) goed gaat met de jeugd. 
Hoe onderbouwt hij zijn antwoord? 

A met argumenten bij zijn betoog 
B met een algemene conclusie uit onderzoek 
C met resultaten uit onderzoeken 



44.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Nederlandse kinderen leren tegenwoordig om van jongs af aan mee te praten. 

Welk nadelig gevolg heeft dit volgens Jo Hermanns? 

A De jeugd beseft nog te weinig dat inspraak niet overal gepast is. 
B De jeugd is te kritisch in gezagsrelaties buiten het gezin. 
C De jeugd negeert stelselmatig de fatsoensregels in het onderwijs. 



45.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment hoort 1 vraag.

Wat vindt Jo Hermanns van de media-aandacht voor 'comazuipen'? 

A Gegrond, maar het probleem moet niet overdreven worden. 
B Gegrond, want comazuipen is een ernstig probleem. 
C Ongegrond, want comazuipen is van alle tijden. 



46.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Jo Hermanns vergelijkt de media-aandacht voor 'comazuipen' met de opvoedprogramma's op tv. 

Welke negatieve kant hebben opvoedprogramma's volgens Hermanns? 

A Ze geven een verkeerd beeld van de jeugd. 
B Ze leiden tot overbezorgdheid over de jeugd. 
C Ze zijn niet in het belang van de jeugd. 



47.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

De verslaggever vraagt Jo Hermanns of het terecht is dat elke generatie de jeugd van haar tijd veroordeelt. 

Hermanns reageert aanvankelijk instemmend, maar daarna 
A ontkent hij excessen. 
B prijst hij de jeugd van tegenwoordig. 
C relativeert hij het gedrag van de jeugd. 



48.
  Worden kinderen brutaler -  Keuze
 
Audiofragment afspelen

 
Bij dit fragment horen 3 vragen.

Jo Hermanns heeft het in zijn antwoord onder meer over het problematiseren van de opvoeding. 

Wat bedoelt Hermanns hiermee? 

A Ouders hebben te veel de neiging problemen te overdrijven. 
B Ouders kloppen bij opvoedingsproblemen te snel aan bij professionals. 
C Ouders zijn te gemakzuchtig als het gaat om hun opvoedtaken.