MBO COE 2011 Nederlands 3F voorbeeldexamen


i.
10045 10045 (intro 'Wat is crisis?') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Wat is crisis?'

De tekst bestaat uit 5 fragmenten met totaal 10 vragen.

Bron beeldmateriaal:
Vara-serie 'De Bovenkamer'. 
Talkshow over onderwerpen waarvan je alles denkt te weten 
Allevering: 'Wat is crisis?' 



26.
50001 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 1 

Welke functie heeft dit fragment? 

A aandachttrekker 
B mededeling vooraf 
C probleemstelling 



27.
50002 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 2 

Hoe kun je dit fragment het beste karakteriseren? 

A Dit is een beschouwend fragment. 
B Dit is een informatief fragment. 
C Dit is een uiteenzettend fragment. 



28.
50003 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 2 

Waarom betrekt Rick van der Ploeg het publiek bij zijn verhaal? 

A Hij wil zijn verhaal aanschouwelijk maken. 
B Hij wil zijn verhaal geloofwaardig maken. 
C Hij wil zijn verhaal komisch maken. 



29.
50005 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 3 

Rick van der Ploeg zegt in dit fragment: 'Stel je voor: wij zijn samen getrouwd, bij wijze van spreken.' Jan Jaap van der Wal reageert met: 'Nou ja, ik moet u zeggen: dat lijkt me een leuk idee!' 

Welke manier van spreken hanteert Van der Ploeg? 

A Hij maakt een grap. 
B Hij overdrijft. 
C Hij wil Van der Wal in het nauw brengen. 



30.
50006 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 3 

Waarom zegt Jan Jaap van der Wal: 'Dat is een andere aflevering'? 

A Hij bedoelt dat in een andere aflevering hijzelf meer aan het woord zal zijn dan Van der Ploeg. 
B Hij bedoelt dat Van der Ploegs opmerking over een ander onderwerp gaat dan hier besproken. 
C Hij zal in een andere aflevering nader uitleggen waarom hij bij Van der Ploeg niet aan zijn trekken komt. 



31.
50007 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 4 

Rick van der Ploeg zegt dat vooral jonge mannen de crisis hebben veroorzaakt met het verzinnen van ondoorzichtige producten. 

Van welke type drogreden bedient Rick van der Ploeg zich in dit fragment? 

A dooddoener 
B generalisatie 
C misbruik van autoriteit 
D persoonlijke aanval 



32.
50008 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 4 

Rick van der Ploeg vraagt in dit fragment: 'Waarom verdient zo'n persoon meer dan een verpleegkundige?' 

Rick van der Ploeg stelt hier een vraag waarop 

A Jan Jaap van der Wal het antwoord schuldig moet blijven. 
B hijzelf ook geen antwoord weet. 
C hijzelf geen antwoord verwacht. 



33.
50009 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Bovenkamer: fragment 5 

Rick van der Ploeg beweert dat de arme landen de grootste slachtoffers zijn van de economische crisis. 

Wat maakt deze bewering betrouwbaar? 

A De bewering is betrouwbaar, omdat deze algemeen bekend en geaccepteerd is. 
B De bewering is betrouwbaar, omdat Van der Ploeg een gezaghebbend econoom is. 
C De bewering is betrouwbaar, omdat Van der Ploeg deze uitgebreid toelicht. 



34.
50010 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?: fragment 5 

Als je het betoog van Rick van der Ploeg over de grootste slachtoffers van de crisis beknopt zou moeten samenvatten, welke samenvatting is dan de beste? 

A Er heerst werkloosheid, want de grondstoffenprijzen zijn gekelderd en men gaat gebukt onder de gevolgen van de klimaatverandering. 
B Er heerst werkloosheid, want de pensioenen zijn minder waard geworden en men gaat gebukt onder de gevolgen van klimaatverandering. 
C Er heerst werkloosheid, want emigranten sturen geen geld meer en men gaat gebukt onder de gevolgen van de klimaatverandering. 



35.
50011 Wat is crisis? (Teleac/De Bovenkamer) Keuze
Wat is crisis?
De essentie van het betoog van Rick van der Ploeg in het programma 'Wat is crisis' kan worden samengevat in enkele kernachtige uitspraken. 

Wat is de essentie van het betoog van Rick van der Ploeg? 

A Economie is maar een idee. Het draait allemaal om vertrouwen. Daarom is het goed dat landen veel geld in de economie hebben gepompt. Hebzucht moeten we niet meer toestaan in de samenleving. 
B In de jaren negentig was hebzucht nummer 1. Iedereen dacht: hoe kan ik snel rijk worden? Als er meer vrouwen op de beursvloer komen, houdt dat elkaar opjagen vanzelf op. 
C Is er wel echt een crisis? Het gaat alleen maar om die enorme gulzigheid bij bankiers, die onverantwoord geïnvesteerd hebben in slechte financiële producten. Gelukkig zijn die nu verboden. 



i.
10046 10046 (intro 'Weet wat je koopt') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Weet wat je koopt'

De tekst bestaat uit 3 fragmenten met totaal 8 vragen.

Bron beeldmateriaal:
Vara-serie 'Weet wat je koopt'. 
Wetenschappelijk consumentenprogramma 
Aflevering: 'Supermarketing' 



36.
50026 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 1 

In dit fragment wordt het beeld achteruit gedraaid. 

De regisseur doet dit 

A om aan te geven dat Elisabeth enkele boodschappen vergeten is. 
B om ondertussen aan te geven waarover het programma zal gaan. 
C om toe te lichten wat de supermarkt allemaal nog niet van de klant weet. 



37.
50027 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

Wat bedoelt John Poppelaars met 'een goudmijn'? 

A de miljarden artikelen in de supermarkt 
B de veelheid aan voorkeuren van klantengroepen 
C de verzameling gegevens van verkochte producten 



38.
50028 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

In het fragment zie je getallen boven de verschillende doelgroepen. 
Wat geven die getallen weer? 

A de aankoopgewoontes, die voorkomen binnen de verschillende doelgroepen 
B de combinaties van aankopen door leden uit de verschillende doelgroepen 
C de omzetcijfers van productcombinaties binnen de drie doelgroepen 



39.
50029 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 2 

Supermarkten schakelen wiskundigen in om koopgedrag van klanten te onderzoeken. 

Wat zijn hun werkzaamheden? 

A Ze maken klantengroepen aan de hand van leeftijd en geslacht. 
B Ze proberen klanten te beïnvloeden met adviezen voor aankoopcombinaties. 
C Ze proberen relaties te voorspellen tussen aankopen van klanten. 



40.
50030 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 3 

Hoe wil de supermarkt in de toekomst zijn klanten selecteren? 

A door de koopjesjagers mooie aanbiedingen te doen 
B door in de verschillende winkeltypes flexibele prijzen te hanteren 
C door voor iedere klant een andere prijs te gaan berekenen 



41.
50031 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt: fragment 3 

Elisabeth vertelt dat Reaal niets met de klantgegevens zal doen. 

Hoe betrouwbaar is deze uitspraak? 

A Onbetrouwbaar. De supermarkt zal immers steeds meer inspelen op het koopgedrag van de klant. 
B Weinig betrouwbaar. Elisabeth vindt zelf ook dat ze te veel privégegevens moet afstaan. 
C Zeer betrouwbaar. De supermarkt zegt nu toch ook dat er niets met de klantgegevens gebeurt. 



42.
50032 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt
Wat is het doel van het programma 'Weet wat je koopt'?

De kijker te 

A informeren over het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 
B instrueren over het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 
C waarschuwen voor het gebruik van de mobiele inkoopassistent. 



43.
50033 Weet wat je koopt (Vara, wetenschappelijk consumen Keuze
Weet wat je koopt
Welk zin vat het programma 'Weet wat je koopt' het beste samen? 

A Er worden nieuwe manieren getest om het koopgedrag van klanten in de supermarkt te beïnvloeden. 
B Er worden onderzoeken gedaan naar de hoogte van de individuele bestedingen van supermarktklanten. 
C Er worden onderzoeken gedaan naar wijze waarop de mobiele inkoopassistent bezuinigingen in de supermarktbranche kan stimuleren. 



i.
10047 10047 (intro ''Internet en e-health') Materiaal
Hierna volgt de kijk-luistertekst:

'Internet en e-health'

De tekst bestaat uit 4 fragmenten met totaal 7 vragen.

Bekijk eerst het introductiefragment.



Bron beeldmateriaal:
Teleac-serie: 'Volgende Keer Beter'. 
Een programma over communicatie en miscommunicatie tussen artsen en patiënten
Aflevering: 'Internet en E-Health' 



44.
50051 Internet en e-Health (Teleac)  Keuze
E-Health: fragment 1 

Gynaecoloog Hans van der Slikke doet de volgende uitspraken over het nut van internet voor patiënten:
I Het is prima dat patiënten zich goed voorbereiden op een medisch consult.
II Goed voorbereide patiënten komen in een consult sneller tot de kern van hun klacht.

Wat geldt voor deze uitspraken? 

A I is een argument. II is een standpunt. 
B I is een standpunt. II is een argument. 
C I en II zijn beide argumenten. 
D I en II zijn beide standpunten. 



45.
50052 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 1 

Wat bedoelt Hans van der Slikke met zijn opmerking over het blad Privé? 

A Dat er altijd sprake is geweest van kwaliteitsverschil in medische informatie. 
B Dat er verschil is tussen medische informatie uit Privé en informatie van internet. 
C Dat het blad Privë niet geschikt is voor medisch nieuws. 



46.
50053 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 2 

Lisette van Gemert zegt in dit fragment dat er meer rendement te behalen valt voor huisarts en patiënt als een consult beter wordt georganiseerd. 

Deze uitspraak is een 

A conclusie. 
B samenvatting. 
C standpunt. 



47.
50054 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 2 

Lisette van Gemert zegt dat ze de communicatie via een website veilig vindt. 

Is Lisette van Gemert overtuigd van die veiligheid? 

A Ja, maar ze stelt wel voorwaarden aan de programma's. 
B Ja, ze weet zeker dat de informatie via internet veilig is. 
C Nee, ze vindt dat zoekprogramma's afgeschermd moeten worden. 



48.
50055 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 3 

Wat is het voordeel van e-Health voor verzekeraars? 

A Ze krijgen tevreden klanten en dat trekt andere klanten. 
B Ze kunnen de behandelingen gemakkelijker vergoeden. 
C Ze kunnen zelf vernieuwingen op de markt brengen. 



49.
50056 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 3 

Lisette van Gemert zegt in dit fragment: 'Zo krijg je de marktwerking die wij hier ook nastreven.' 

Wat bedoelt zij met de marktwerking? 

A De patiënten kunnen via internet een passende behandelmethode zoeken. 
B Verzekeraars brengen zelf toepassingen voor e-Health op de markt. 
C Verzekeraars onderscheiden zich door de manier waarop patiënten geholpen worden. 



50.
50057 Internet en e-Health (Teleac) Keuze
E-Health: fragment 4 

De presentatrice onderbreekt Hans van der Slikke in dit fragment. Ze geeft een samenvatting van wat hij gezegd heeft. 

Hoe doet ze dat? 

A Ze geeft haar eigen mening weer. 
B Ze geeft zijn bedoeling weer. 
C Ze herhaalt wat hij gezegd heeft. 
0 responses